Johann Strauss junior

Johann Strauss jr. was een Oostenrijkse componist en dirigent van operettes en dansmuziek. Zijn vader Johann Strauss sr. verzette zich hardnekkig tegen het verlangen van zijn zoon om muzikant te worden. Pas nadat de vader Strauss zijn familie verlaten had, kreeg de jonge Johann zonder medeweten en tegen de wens in van zijn moeder regelmatig vioollessen van A. Kohlmann, een balletrepetitor aan de Hofopera. Strauss studeerde compositie bij Hofmann en later bij Domkapelmeester Joseph Drechsler. In 1844 vormde Strauss zijn eigen orkest, hij was toen amper 19, en debuteerde ermee op 18 oktober van datzelfde jaar, bij Dommayer te Hietzing een voorstad van Wenen. Het werd een immense triomf.

Mozart's Requiem

Johann Strauss sr. was woedend, toen hij hoorde dat zijn zoon een orkest gevormd had. Tot een verzoening tussen beiden is het nooit meer gekomen. Steeds steeg de faam van de jonge Johann Strauss. Hij maakte nu met zijn orkest tournees in binnen en buitenland: Stiermarken, Servië, Roemenië. Toen Johann Strauss sr. in 1849 overleed, werd Strauss jr. door het orkest van Strauss sr. tot leider gekozen en beide orkesten smolten samen. Strauss jr. dirigeerde zijn nieuwe orkest voor het eerst tijdens de kerkelijke dienst ter ere van zijn overleden vader, tijdens welke Mozart's Requiem uitgevoerd werd. Na het Wiener Carnaval van 1853 werd Johann Strauss jr. ernstig ziek en was hij gedurende een half jaar niet in staat om te dirigeren. Zijn broer Josef nam deze taak als dirigent over. Tegen de zomer van 1853 was jr. herstellende en in 1854 begon hij opnieuw te componeren.

Huwelijk met Henriette Treffz

Klik om te vergroten

Van 1854 tot 1861 was hij elk jaar op tournee door en in Rusland en dirigeerde hij elke zomer de zomerconcerten te Sint Petersburg. Zijn walsen werden gespeeld in gans de beschaafde wereld. Zij waren echter nog alle voor de balzaal gecomponeerd. Strauss jr. wilde hogerop en ging voor de concertzaal schrijven. In augustus 1862 trouwde hij in de Stephansdom te Wenen met de zangeres Henriette (koosnaam: Jetty) Treffz. Zij woonden in een huis in Hietzing nabij het vermaarde Schlosspark Schönbrunn. In 1864 werd Strauss jr. benoemd tot 'Hofballmusik-Direktor'. In februari 1867 kreeg hij opdracht een werk te schrijven voor de 'Wiener Männengesangverein'. Zo ontstond: 'An der Schönen Blauen Donau'. Bij de première van dit knap staaltje componeerwerk op 13 februari 1867, kende deze koorwals maar weinig bijval. Eerst toen de componist in mei van hetzelfde jaar het werk tijdens de Wereldtentoonstelling te Parijs dirigeerde, werd het een triomf en begon zijn zegetocht door de wereld.

De Wals

Bekend is de bewondering die Johannes Brahms voor deze wals koesterde. Op zijn concerten bracht hij er vaak een sensationele pianovertolking van. Na zijn huwelijk dirigeerde Johann Strauss jr. niet veel meer. In 1867 stond hij voor het laatst aan de lessenaar in een Weense balzaal. In de periode die volgde componeerde hij enkele van zijn beste werken zoals: 'An der Schöne Blauen Donau', 'Künstlerleben', 'G'schichten aus dem Wienerwald', 'Wein, WeiB und Gesang', 'Egyptischer Marsch' en 'Freut euch des Lebens'. Strauss dacht er nu aan om operettes te gaan schrijven. Offenbach had hem dat vroeger al aangeraden. Nu waren het zijn vrouw en Max Steiner, directeur van het 'Theater an der Wien', die hem aanspoorden. Zo ontstond: 'Die Lustige Weiber von Wien'. Het werk werd nooit opgevoerd en de partituur verdween, maar op 10 februari 1871 ging de première van 'König Indigo' van start. Het werk had succes, maar dat was uit sympathie voor Strauss. Het libretto was vervelend en de opvoering duurde te lang.

Carnaval in Brom

In oktober 1872 bezorgde Steiner hem een nieuw libretto: 'Carnaval in Rom' geschreven door Joseph Braun, en toen op 1 maart 1873 de première ging behaalde het werk een groot succes. Van Wenen uit verspreidde het zich op een deel van Europa en Amerika. Toch was het geen lange leven beschoren. Meer dan honderd jaar later, in 1991 heeft Felix Weingartner het met de Weense Volksopera nog eens uit de lade gehaald, maar het hield geen stand. Toch is aangetoond dat deze operette werkelijk wel kwaliteiten bezit. Na het 'Carnaval in Rom' brachten Richard Genée en Karl Haffner een nieuw libretto: 'Die Fledermaus' een bewerking van "Le Réveillon" van Meilbac en Halévy. Strauss componeerde de muziek in 6 weken. Op 5 april 1874 vond de eerste opvoering plaats in het 'Theater an der Wien'.

Die Fledermaus

Wenen had in 1873 een enorme beurskrach doorstaan en leed nog onder de naweeën. Het succes was niet groot. 'Die Fledermaus' bracht het maar tot 16 of 18 vertoningen. In juni 1874 ging het werk naar Berlijn. Hier beleefde het een warm onthaal. Er waren meer dan 100 opvoeringen. Toen erkende ook Wenen de waarde van "Die Fledermaus" en sindsdien geldt zij als één van de beste werken in het genre. Op 13 maart 1894 gaf Gustav Mahler er een modelopvoering van in het 'Stadtheater' van Hamburg. Op 27 februari 1875 volgde nog 'Cagliostro in Wien'. Kort daarna werd Johann een bod gedaan van de fabelachtige som van $ 100.000,- met een uitnodiging van Amerika, die hij aanvaarde om als gastdirigent te fungeren ter gelegenheid van de viering van honderd jaar onafhankelijkheid. Hij dirigeerde 12 monsterconcerten te Boston en 4 in New York.

Dood van Jetty

Terug in Wenen zette hij zich aan de compositie van 'Prinz Mathusalem'. De première ervan liep op 3 januari 1877 en kende trouwens weinig bijval. Datzelfde jaar nog leidde hij de wals in de 'Opéra' van Parijs en werd er benoemd tot ridder in het 'Légion d'honneur'. Jetty, de vrouw van Strauss jr werd de zakenpartner van Strauss en stond in voor de arrangementen voor zijn concert tournees, de theatercontracten en alle bijhorende briefwisseling. Op 8 april 1878 overleed: 'Jetty' plots aan een hartinfarct. Haar dood was afschuwelijk voor Johann Strauss. Hij werd volledig hulploos en was niet in staat om op haar begrafenis aanwezig te zijn.

Angelika Lili Diettrich

Strauss was niet in staat om alleen te leven en amper zeven weken later, hij was toen al 52, leerde hij de 30 jaar jongere actricezangeres Angelika Lili Diettrich kennen en trouwde hij onmiddellijk nadien met haar. Dit huwelijk werd een mislukking. Lili besefte al vlug dat zij gehuwd was met een compulsieve werker, wiens levensstijl zij onmogelijk kon aanvaarden. Lili deed hem veel lijden door haar vele slippertjes en ontrouw, ze vernederde hem voor heel Wenen. In 1882 verliet Lili haar echtgenoot voor een directeur, en na vijf jaar huwelijk werd de echtscheiding uitgesproken. Ondertussen componeerde Strauss:

  • 'Blinde Kuh' dat in première ging op 18 december 1878. Het werd een fiasco.
  • 'Das Spitzentuch der Königin' creatie 1 oktober 1880 en bleef heel de winter lopen
  • 'Rosen aus dem Süden' samengesteld met walsen uit 'Das Spitzentuch'
  • 'Der Lustige Krieg' creatie 25 oktober 1881
  • 'Ein nacht in Venedig' dat in première ging op 1 oktober 1883

Adèle Strauss-Deutch

Kort na zijn echtscheiding met Lili, huwde Strauss Adèle Strauss-Deutch. Zij was de weduwe van de zoon van bankier Strauss, die geen familie van de componist was. Om dit huwelijk mogelijk te maken ging de katholieke Strauss over naar het protestantisme en nam hij tevens het Duitse staatsburgerschap aan. De Rooms katholieke kerk aanvaarde de echtscheiding met Lili niet, waardoor een huwelijk onmogelijk was. Adèle ging dan maar samen wonen met Johann Strauss. Het burgerlijke huwelijk werd vijf jaar later in 1887 in Coburg voltrokken. Op 15 oktober 1884 werd de 40e verjaring van zijn kunstenaarsloopbaan door heel Wenen gevierd en de burgemeester verleende hem, namens het gemeentebestuur, het 'belastingsvrije burgerrecht'.

Der Zigeunerbaron

Het jaar daarop op 24 oktober 1885 ging de creatie van 'Der Zigeunerbaron' in premiere. Strauss had twee jaar aan deze partituur gewerkt. Naast 'Die Fledermaus' werd 'Der Zigeunerbaron' zijn meesterwerk. Ditmaal kwam het succes al bij de aanvang. Het werk ging 84 maal in ononderbroken reeks en in 1909 noteerde men al de 1000ste opvoering te Wenen. De vakpers prees dit opus hoger dan alle voorgaande en 'Der Zigeunerbaron' heeft een zegetocht door de wereld gemaakt, die momenteel zelfs op dit moment nog niet aan zijn einde is. Na de mislukking van 'Simplizino Simplizissimus die in première ging op 17 december 1887 ging Johann Strauss Jr., opnieuw symfonische walsen schrijven. Zo ontstond ter gelegenheid van het 40-jarige regeringsjubileum van keizer Franz Joseph in 1888 de Kaiserwalzer, één van zijn laatste maar ook van zijn beste walsen.

Toneel

Voor toneel schreef Strauss de volgende werken:

  • 'Ritter Pázman' creatie 1 januari 1892,
  • 'Fürstin Ninetta' creatie 10 februari 1883
  • 'Jabuka' (12 oktober 1894)
  • 'Der Waldmeister' (4 december1895) en
  • 'Die Göttin der Vernunft' (1897)

Laatse werk

Zijn laatste werk was nog een wals: 'Klänge aus der Raymundzeit'. Een ballet dat hij onafgewerkt achter liet, 'Aschenbrödel', werd geïnstrumenteerd door Josef Bayer en werd in 1901 gecreëerd Met de werken die hij onuitgegeven naliet en de schetsen die men vond, zijn postuum nog enkele operettes samengesteld zoals: 'Wienerblüt' (1899) en 'Fanny Elssler' (1935). Voor het 2de bedrijf van 'Drei Walzer' (1936) gebruikte Oscar Strauss (geen familie) muziek van Johann Strauss Jr. De muziek van Johann Strauss Jr. is de meest typische uiting van het 19de-eeuwse salonleven in Wenen en van de voorspoedigste periode van het Habsburgse hof. De melodieën getuigen vaan een ongeëvenaarde charme, levendigheid en elegantie. Strauss stierf op 3 juni 1899.

Lees ook

  1. Er zijn nog geen reacties bij deze post

Laat een nieuwe reactie achter

Zoeken

Socialize

Mis niets!

Meld je aan en mis niets van onze exclusieve aanbiedingen en tips.

Advertentie

Vakantiehuizen

Vakantiehuizen