Aan de voet van de ruim 600 meter hoge Kapuzinerberg staat een huis waar Mozart heeft gewoond. In 1773 verhuisde de familie Mozart van de Getreidegasse naar de eerste verdieping van het ruimere Tanzmeisterhaus - genoemd naar de vroegere bewoner, de dansmeester van het aartsbisschoppelijke hof - aan de Makartplatz 8. Het gezin beschikte in het huis over acht kamers die meer op zalen leken, zodat 'we niet meer als soldaten naast elkaar hoefden te slapen', schreef vader Mozart. Wolfgang Amadeus Mozart was toen zeventien jaar. Ruim vijf jaar heeft hij hier gewerkt. Hij componeerde er tal van serenades, liederen, sonates, symfonieën, strijkkwartetten, pianoconcerten en zijn beroemde Kränungsmesse. Vanuit dit huis maakte hij in 1777 zijn grote reis door Duitsland naar Parijs, waar zijn moeder stierf. Twee jaar later keerde hij terug naar het Tanzmeisterhaus op de Makartplatz, maar een aantal maanden daarna vestigde hij zich permanent in Wenen. In 1939 werd het huis gekocht door het Mozarteum en in het Mozartjaar 1956 werd het heropend, volledig hersteld na de zware schade als gevolg van een bombardement in de Tweede Wereldoorlog. Nu wordt het druk bezocht door toeristen op zoek naar sporen van Mozart, is er een permanente tentoonstelling van 18de- en 19de-eeuwse muziekinstrumenten en het Mozart Toon- en Filmmuseum met een archief over de interpretatie van zijn werk, documentaires en speelfilms.